Voorschriften

Plaatsingsvoorschriften vetafscheiders

ALGEMENE AANWIJZINGEN EN AANDACHTSPUNTEN

1. Plaatsing

Voor een goede plaatsing van een afscheidersysteem zijn de volgende criteria van belang:

  • Het afscheidersysteem zo dicht mogelijk bij de verontreinigingsbron plaatsen.
  • De plaats moet gemakkelijk bereikbaar zijn voor controle, onderhoud en reiniging. Daarbij moet rekening gehouden worden met het feit dat het leegmaken en reinigen meestal gebeurt met een grote vrachtwagen.
  • Het afscheidersysteem moet vorstvrij worden geplaatst.
  • Rioolstelsel dient gescheiden te zijn, dit betekend dat er geen hemelwater, toiletten of ander sanitair afvalwater aangesloten mag worden op de vetafscheider.
  • Bij plaatsing rekening houden met het totaal gewicht van het systeem, een betonnen afscheider is aanzienlijk zwaarder dan een afscheider vervaardigt uit HDPE.

2. Goedkeuring door de gemeente

  • Het is aan te raden om contact op te nemen met de afdeling milieu en bouwzaken van de betreffende gemeente om te controleren of de gewenste afscheider voldoet aan alle voorwaarden en eisen die de gemeente stelt.

3. Installatie

  • In verband met een zorgvuldige en correcte plaatsing en installatie is het noodzakelijk nauwkeurige gegevens te verstrekken over de plaats, de grondslag, ondergrond, mogelijke verkeersbelasting etc.
  • Plaatsing en installatie kan eventueel door ons verzorgd worden.
  • Bij plaatsing en bediening moeten de voorschriften worden opgevolgd.
  • Voor het onderhoud, leegmaken en reinigen bestaat de mogelijkheid voor een onderhoudscontract.

PLAATSINGSVOORSCHRIFTEN ALGEMEEN

  • De aanvoerleidingen dienen, om te verhinderen dat er vet achterblijft, een afschot te hebben van ten minste 1:50 en moeten eenvoudig zijn te reinigen.
  • De aan- en afvoerleidingen van de vetafscheiderinstallatie dienen te worden ontlucht.
  • De vetafscheider dient minimaal éénmaal per jaar gereinigd te worden.
  • Geen pompinstallatie plaatsen in de aanvoerleiding van de vetafscheiderinstallatie, daar een goede afscheiding hierdoor ongunstig kan worden beïnvloed.
  • Een eventuele pompinstallatie dient altijd achter de afscheiderinstallatie geplaatst te worden.
  • Het afvalwater mag uitsluitend via de inlaat in de olieafscheider en/of slibvangput geleid worden.
  • Het is niet toegestaan afvoerleidingen van o.a. toiletten of hemelwater op de vetafscheiderinstallatie aan te sluiten.

Plaatsingsvoorschriften

1. Controleer bij aflevering de afscheiderinstallatie en alle andere onderdelen op beschadiging, breuk etc.

2. De bouwput moet worden gegraven. De bijgeleverde tekening(en) en/of documentatie geeft de juiste omvang van de vetafscheiderinstallatie aan.

3. De afscheiderinstallatie moet waterpas staan. Het storten van een betonvloer in het werk vergemakkelijkt de plaatsing.

4. Afscheiderinstallaties uit kunststof dienen, nadat ze in de bouwput zijn geplaatst geheel met water te worden opgevuld alvorens de bouwput weer met zand wordt opgevuld.

5. De aanvoerleiding (afschot 1:50) dient op de inlaat te worden aangesloten.

6. Indien men tevens een bezinkselafscheider installeert dient deze altijd voor de afscheiderinstallatie te worden geplaatst. Ook hier geldt dat de aanvoerleiding aan de inlaat van de bezinkafscheider moet worden gekoppeld.

7. De afscheiderinstallatie moet vorstvrij worden geplaatst.

8. Verwijder alle voorwerpen die niet in de afscheiderinstallatie thuishoren (gereedschappen, puin, zand,cementresten e.d.).