Werking van een vetafscheider

Een vetafscheider wordt geplaatst tussen de aansluiting op het gemeenteriool en het lozingspunt van de desbetreffende locatie . Het betreft hier meestal enkel de keukenriolering. Er dient rekening gehouden te worden met het feit dat er geen toiletten of regenafvoeren op de vetafscheider mogen worden aangesloten.

Het afvalwater dat is verontreinigd met dierlijke- en plantaardige vetten word door de vetafscheider geleid. Het eerste gedeelte van de afscheider bestaat uit een bezinkgedeelte waarin de zwaardere elementen naar de bodem zullen bezinken. Door middel van een overloop gaat het overige afvalwater naar het vetvanggedeelte van de afscheider, dit gedeelte heeft een zodanig grote opvangcapaciteit dat het afvalwater tot rust kan komen. Doordat het vet lichter is dan water zal het naar boven drijven. Door middel van een verticaal geplaatste afscheidingswand word het vet als ware gevangen in dit gedeelte. Doordat het bezinksel in het eerste deel al is neergedaald kan het schone water nu onder de verticale afscheidingswand doorstromen waarna het op het openbare riool geloosd kan worden.

 

 

 

 

Een eventueel na de afscheider geplaatste controleput kan hierna gebruikt worden om te controleren of de vervuiling van het afvalwater nadat het door de vetafscheider is gegaan voldoet aan de gestelde eis van maximaal 300 mg vet per liter water.

Ook voor andere toepassingen kunnen wij u de juiste afscheider leveren. Bijvoorbeeld afscheiders voor groente en fruit groothandels waarbij het bezinkgedeelte aanzienlijk groter is dan het vetvangdeel. Ook speciale afscheiders voor natuursteen zagerijen, tandtechnische laboratoria of andere afvallozende bedrijven kunnen wij naar wens laten vervaardigen.